Huizingalaan

(Tekst: Thom Roep)

Ze staat aan de oever
En staart naar het water
Het donkere water 
Van de Sloterplas
Wat houdt haar nog tegen? 
Eén stap en dan is ze
Voor eens en voor altijd 
Van haar zorgen af
Maar twijfel weerhoudt haar 
Ze denkt aan haar dieren
Haar hond en haar katten
Wat doet ze die aan?
Eens was ze gelukkig 
Zo blij met haar woning
Drie kamers, een keuken
In de Huizingalaan

Haar liefste verliet haar 
Herstart met een ander
Na jaren van bouwen 
Aan een zo vertrouwd nest
Nu slechts met z’n vieren 
Zij, de hond en twee katten
Da’s al wat er rest
Er zwemmen twee zwanen 
Daar vlak bij het eiland
Zo sierlijk zo samen 
Ze staren haar aan
Als bodes van hoop 
Er is vast nog een toekomst
En dus keert ze huiswaarts 
Naar de Huizingalaan

Er zwemmen twee zwanen 
Daar vlak bij het eiland
Zeer sierlijk zo samen 
Ze staren haar aan
Als twee bodes van hoop 
Er is vast nog een toekomst
En dus keert ze huiswaarts 
Naar de Huizingalaan