De weg naar Osdorp
(Tekst: Jan-Paul van Spaendonck)
Ik zag dat ik op de N200 zat,
Die me langzaam naar Haarlem droeg.
Daar moest ik niet zijn maar
Het was een plaats die ik kende
En de naam was vertrouwd genoeg.
Ergens bij Halfweg van de weg af dan maar
En binnendoor terug naar Amsterdam.
In een vlakte van sneeuw bij een bevroren kanaal
Stond een agent die als geroepen kwam.
Weet u ook de weg naar Osdorp,
Het is hier niet zo ver vandaan?
Ik kon door al die sneeuw de borden niet lezen,
Ben van de snelweg afgegaan.
Het weeralarm van de KNMI
Had me nog zo gewaarschuwd niet op pad te gaan.
Daar in Osdorp zal toch wel een herberg zijn
Waar ze mijn naam nog kennen
En mijn taal verstaan?
Weet u ook de weg naar Osdorp
Ik reed door wat normaal een park moest zijn
Maar er nu uitzag als een sprookjeswoud.
De namen onleesbaar, de huizen onzichtbaar,
De bomen waren wit en koud.
Een auto kwam me schuifelend tegemoet,
Een vrouw deed haar raampje omlaag.
Uit de warme cabine van haar oude Renault
Klonk lacherig mijn eigen vraag:
Weet u ook de weg naar Osdorp