De inspiratiebron voor dit kerstliedje was een fotoboek dat ik na de dood van mijn moeder in handen kreeg. Zwart-wit prentjes van 'het Geuzenveld', zoals het toen nog werd genoemd. Met van die mooie kartelrandjes. |
KERSTMIS IN NIEUW WEST 1960 |
Geen sneeuw en ook geen regen. Het is onverschillig weer. En over nieuwe wegen Gaat nog nauwelijks verkeer.
Het is een koude morgen. Geen mens waagt zich op straat Totdat er in de verte Een klok aan het luiden slaat.
Dan zie je eerst een echtpaar, Getooid met sjaal en hoed. En langzaam aan ontstaat er Zoiets als een kleine stoet.
Op weg naar het witte zand Waar een kerkgebouw verrijst, En een kruis op stompe toren Naar de lege hemel wijst.
Kerstmis in Nieuw West 1960…
Hierbinnen wordt de feestdag Al spelend omgebracht, En ’s middags tegen theetijd Wordt er hoog bezoek verwacht.
De schemering valt vroeg. De gordijnen gaan dan dicht, En de ongewende kaarsen Geven toverachtig licht.
Dan wordt er bij de kerstboom Gezongen en gepraat. Opa krijgt een oude klare En oma advocaat.
Maar ook vandaag om zes uur stipt Is het tijd om te dineren: Kip, met aardappels en jus En rood gestoofde peren
Kerstmis in Nieuw West 1960…
Ik heb dit alles teruggezien. Ik heb het zwart op wit. Kijk hoe dat modelgezin Daar rond de kerststal zit…
Zo jong en levensblij Als hun pasgebouwde wijk: Een stenen sprookjesland. De sneeuw verzin ik er wel bij
Kerstmis in Nieuw West 1960….
|
|
(Jan-Paul van Spaendonck) |